Nederlands - Taal

Komma in een opsomming

Je moet bijna altijd een komma of komma's gebruiken bij een opsomming.

Komma bij een opsomming
taal oefenen, komma voor een voegwoord, interpunctie


We kopen soesjes, koekjes en tijgerbrood.

 

We kunnen gaan schaatsen, skiën, langlaufen of snowboarden.

 

Uitzondering: voor de woorden en en of zet je bij de opsomming geen komma. 

Geen komma bij en en of
komma in een opsomming, interpunctie Gaan we met de bus, de tram of de trein op schoolreis?
Onthouden

Let op! Na de komma komt altijd een spatie. Voor de komma juist niet.
Behalve bij getallen: 12,251,53,65 enzovoort.