Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk de plaatjes.
Wat weet je al?
Wanneer speelt dit verhaal zich af?
Het is een koude en regenachtige dag in september. Lucas en Mees laten zich niet tegenhouden door het herfstachtige weer, ze gaan gewoon lekker voetballen. 'Hoo, niet te hard trappen!', roept Lucas. Maar het is al te laat. De bal rolt door de tuin en komt in de struiken terecht. Daar zal hun vader niet blij mee zijn, denkt Lucas. Hij heeft de tuin gisteren helemaal netjes gemaakt.
'Oeps, dat was niet de bedoeling!', zegt Mees. Hij loopt voorzichtig door de tuin. Als hij bij de struik is gaat hij op zijn knieën zitten om de bal te zoeken. 'Lukt het?', vraagt Lucas. Mees zegt niets, hij is nog druk aan het zoeken. Opeens zakt zijn hand een beetje in de grond. Hè, hoe kan dat nou? Als hij zijn hand optilt ziet hij een hoopje bladeren liggen. Mees veegt de bladeren een beetje aan de kant en ziet opeens een gat in de grond. 'Lucas! Kom eens kijken! Ik heb iets gevonden!', roept Mees enthousiast. Lucas komt eraan rennen, hij vergeet helemaal om voorzichtig door de tuin te lopen, zo nieuwsgierig is hij. Hij ploft ook op zijn knieën en bekijkt de vondst van Mees aandachtig. 'Wat zou het zijn?', vraag Mees. 'Ik denk dat het een holletje is van een dier', zegt Lucas. 'Wow, denk je echt dat daar een dier in leeft?' 'Ja, dat denk ik wel, maar wat voor dier?'
'Lucas, Mees, komen jullie binnen!' Dat is hun moeder. In hun enthousiasme zijn ze de tijd helemaal vergeten. Het is alweer tijd om naar bed te gaan, morgen moeten ze weer naar school.
Tip: denk je aan de leesvraag?
Lucas en Mees kijken door hun verrekijkers naar buiten. Vanuit hun slaapkamerraam kunnen ze precies de struik in de tuin zien. Ze zijn zo benieuwd welk dier in het holletje leeft. Het begint al een beetje schemerig te worden. Het lijkt alsof ze al uren zo zitten. 'Kom, we gaan slapen. Morgen moeten we weer naar school', zegt Lucas. Maar Mees geeft niet op. 'Nee,' zegt hij vastberaden, 'ik blijf hier net zolang zitten totdat ik het diertje zie.'
De ogen van Lucas vallen bijna dicht als Mees hem roept: 'Ik zie iets bewegen! Lucas! Kijk nou! Lucas!' Lucas schrikt op en pakt snel zijn verrekijker. Ja, hij ziet het nu ook: 'Dat is een egel!' 'E-g-e-l', zegt Mees hardop terwijl hij het woord in de zoekmachine van de computer typt. 'Jeetje, wat veel informatie', zegt Lucas. Ze beginnen allebei te lezen:
Egels zijn nachtdieren, je zult ze overdag dan ook niet snel tegenkomen. Overdag slapen ze in een holletje in de grond. Dit holletje bedekken ze met bladeren, takjes en andere dingen uit de natuur. Egels verstoppen hun holletje onder lage struiken, in een rustig schuurtje, in parken en tuinen. Als het buiten donker wordt, dan worden de egels wakker. Hun zoektocht naar eten begint. Egels behoren tot de carnivoren, dat betekent dat ze alleen maar vlees eten. Ze eten allerlei insecten en kleine dieren, zoals: wormen, rupsen, spinnen, pissebedden, kikkers, slakken en jonge muizen. Ongeveer van oktober tot en met mei houden egels een winterslaap. Het woord zegt het al een beetje, ze slapen de hele winter. Ze houden hun winterslaap in hun holletje. Voordat de egels hun winterslaap gaan houden gaan ze nog even heel veel eten. Tijdens hun winterslaap hoeven ze dan helemaal niets meer te eten. Dat komt doordat het lichaam van de egel zich aanpast en weinig energie verbruikt. Het komt soms toch voor dat de egel in de winter ineens wakker wordt. Hij zal dan op zoek gaan naar voedsel, maar niets vinden. Kom je zo'n zoekende egel tegen, dan kun je hem het best naar een egelopvang brengen, anders zal de hij de winter waarschijnlijk niet overleven. Je kunt egels op verschillende manieren helpen. Je kunt bijvoorbeeld een huisje voor ze bouwen. Zet het egelhuisje onder de bomen of tussen de struiken. Je kunt ook zorgen voor eten en drinken. Geef de egel water en wat kattenvoer.
De volgende dag weten Lucas en Mees niet hoe snel ze van school naar huis moeten fietsen. Ze rennen meteen naar het schuurtje en beginnen te timmeren. Na een tijdje komt hun vader het schuurtje binnen. 'Wat zijn jullie toch aan het doen?', vraagt hij. 'Pap, we hebben even geen tijd.' En Mees loopt langs hem heen op weg naar de brokken van hun kat Pluisje. Als Mees weer buiten komt met de brokken en een bakje water, zet Lucas net het egelhuisje onder de struik. Hun vader komt er aan lopen en knikt goedkeurend. 'Dat ziet er mooi uit jongens, goed gedaan!' Lucas en Mees kijken met een voldaan gevoel naar hun creatie. De egel zal nu vast een heerlijke winterslaap kunnen houden.