Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk het plaatje.
Wat zie je al?
Wat voor soort tekst is dit?
Brrrrrrrr. Ostera rilt. ‘Dat heb ik weer’, zucht ze mopperig als ze haar hoofd naar buiten steekt. ‘Verschrikkelijk hondenweer en net dan moet ik aan het werk. Zul je altijd zien. Nou, dit jaar mooi niet. Te koud.’ Ze doet de deur weer snel dicht. Ze slaat een bontvacht om zich heen en slaapt lekker verder.
Ostera is niet zo maar een vrouw. Ze is een godin. En godinnen hebben bijzondere taken. Zorgen dat mensen verliefd op elkaar worden bijvoorbeeld of zorgen voor gezondheid of rijkdom. Ostera moet elk jaar zorgen dat de lente begint. Zon, warmte, groene blaadjes aan de bomen. Ostera is gek op bloemen en lieve jonge beestjes. Alleen van lekker slapen houdt ze nog ietsje meer.
Een eindje verderop is Martha de merel hard aan het werk. Ze verzamelt takjes, mos en grassprietjes. Met modder en speeksel maakt ze alles aan elkaar. Dan is haar nest helemaal klaar om eitjes te leggen. Plop, plop, plop, plop, daar zijn ze al. Vier prachtige eitjes! Snel gaat Martha er bovenop zitten, het is nog zo koud buiten!
Twee weken gaan voorbij. Dan begint er wat te rommelen. Een voor een komen de kleine mereltjes uit hun ei. Nummer 1, 2 en 3 zijn er al snel. Nummer 4 heeft er wat meer moeite mee. Hij is zo klein en zwak. Martha noemt hem Tsjip. Samen met de vader vliegt ze af en aan om eten te zoeken. Maar het is nog zo koud. Ze vinden veel minder dikke wormen dan anders. De oudste drie vogeltjes redden het wel maar Tsjip wordt zwakker en zwakker. En op de derde dag ziet Martha dat het kopje van Tsjip naar beneden hangt. Hij is dood.
Martha snikt. ‘Die kleine Tsjip, hij was zo lief’. Ze is verdrietig. Maar ook boos! Waarom is het dan ook zo koud? Ligt de godin van de lente soms nog te slapen? Met Tsjip is haar armen klopt ze aan bij Ostera. Ostera schrikt wakker en steekt haar hoofd naar buiten. Martha begint boos tegen haar te tetteren. Ostera buigt haar hoofd. Ze schaamt zich. Was ze maar niet zo lui geweest. Die arme kleine Tsjip. ‘Misschien kan ik nog iets voor hem doen’, zegt ze met een stem vol spijt.
Tip: denk je aan de leesvraag?
Ostera is een godin met bijzondere krachten. Ze pakt Tsjip in haar armen, mompelt wat en dan gebeurt er iets bijzonders. Tsjip begint langzaam te veranderen. Zijn oren groeien en zijn vleugeltjes worden pootjes. Zijn veren verdwijnen en er komt een vacht voor in de plaats. Dan doet hij zijn kleine oogjes open. Martha’s mond valt open: haar kleine kuiken is een haasje geworden! Ze is dolblij dat hij weer leeft. ‘Ik kon er niet meer voor zorgen dat hij ook kan vliegen’ zegt Ostera. ‘Maar ieder jaar legt hij wel één dag eieren. En heel bijzondere ook!’