Lees de tekst nog niet.
Lees de titel en bekijk het plaatje.
Wat zie je al?
Waardoor kun je al snel zien dat het om een doe-tekst gaat, als je naar de tekst kijkt?
In de herfst en de winter eten we in België veel kool. Er zijn veel soorten, zoals boerenkool, spitskool en rodekool. Rodekool heeft een kleurtje en de naam zegt het al: rood of eigenlijk is het meer paars. Wist je dat je kunt toveren met die kleur? Probeer het zelf!

Wat heb je nodig?
- rodekool
- een pan met water
- drie glazen
- azijn
- afwasmiddel
- soda
- een volwassene om je te helpen met snijden en koken van de kool
Hoe pak je het aan?
Om te beginnen snijd je de kool in stukjes. Die stukjes doe je in een pan met water. Zet de pan op het vuur en laat het koken. Na ongeveer 10 minuten heeft het lang genoeg gekookt. Zet het vuur uit. Giet de kool af. Het is heel belangrijk om dit water op te vangen!
Tip: denk je aan de leesvraag?

Als het water een beetje is afgekoeld, kun je gaan toveren. Verdeel het rodekoolwater over drie glazen. In het eerste glas doe je een paar druppeltjes azijn. Het wordt rood. In het tweede glas doe je een paar druppels afwasmiddel. Het wordt paars-blauw. In het derde glas doe je wat soda. Het wordt groen. Rodekoolwater kan dus van kleur veranderen als je er een ander stofje aan toevoegt. Sommige mensen noemen het magie. Anderen noemen het... scheikunde!