Wat ga je doen?
Voordat je gaat lezen, let je eerst goed op de titel, de plaatjes, de tussenkopjes en op opvallende woorden of getallen. Lees ook van iedere alinea de eerste en de laatste zin. Waar denk je dat het verhaal over gaat? Misschien weet je al iets over het onderwerp.
Je gaat een verhaal lezen over bomen in de herfst. Lees het verhaal goed door en denk na over wat je leest. In het verhaal worden ook oorzaken en gevolgen genoemd. Er gebeurt iets, dat is een oorzaak. Daarna gebeurt er nog iets, dat is het gevolg.
Iets dat zeker waar is noemen we een feit. Iets dat iemand kan vinden, noemen we een mening.
Waarom laat een boom in de herfst zijn bladeren vallen?