De kippen zitten in het kippenhok.
Normaal kakelen ze flink door elkaar heen, maar vandaag zijn ze stil. Straks is de show van de paashaas.
 

Buiten het kippenhok hupt de paashaas zenuwachtig heen en weer. Dit jaar laat de paashaas tien mooie eieren zien. Eieren voor de paashaasshow.
Tien eieren liggen in een mand op stro.

Kip Tom pakt het eerste ei en loopt het kippenhok in.
Het ei dat Tom draagt is paars, groen en geel, beschilderd met de mooiste lentebloemen.
Na kip Tom mag kip Kim het kippenhok in.
Het ei van kip Kim is beschilderd met goud en zilver.
 

Tip: denk je aan de leesvraag?

De kippen zien negen eieren voorbij komen.
Het ene ei is nog mooier dan het andere ei.
De paashaas pakt het laatste ei zelf.
Hij doet zijn strik recht, strijkt nog even door zijn snorharen, zucht diep en loopt dan het hok in.
Over het ei ligt een rode lap. 
Alle kippen houden hun adem in. 
Wat zal er onder die rode lap zitten?
Dan trekt de paashaas de lap van het ei.
Alle kippen zijn stil en verbaasd.
Maar wat is dat? Het ei is wit!

Kip Witje zegt: ‘Paashaas, het is een groot ei, 
maar dit ei is wit.’
‘Ja’, zegt kip Klaartje. ‘Dat is mijn ei.’ 
‘Ik weet het nog goed!’ ‘Ik kan nóg niet zitten.’

‘Kippen, kippen, kippen’, zegt de paashaas.
‘Dit ei is zó mooi! Kijk er maar eens goed naar.’
De paashaas zegt: ‘Ik zie een wei met een stromend beekje en heel veel bloemen.’ 
‘Kijk zelf maar naar het ei, dan zul je het zien.’

Alle kippen kijken naar het ei en al snel lijkt er iets te gebeuren. 
‘Ik zie een dikke glimmende worm’, zegt Kip Hennie. 
‘Ik zie allemaal gele maiskorrels’, zegt Kip Katrien en hongerig kijkt ze naar het ei. 
‘Ik zie Salvador, die grote haan van hiernaast’, zegt Kip Witje.

Alle kippen in het hok zien iets anders. 
‘Zo is het genoeg’, zegt de paashaas.
De paashaas legt de lap weer over het ei.
Daarmee is de betovering verbroken.
Alle kippen kakelen en lachen.
De paashaas wordt door de kippen opgetild
en in de lucht gegooid. 
‘Zet me maar weer neer op de grond’, roept de paashaas. ‘Ik ben bang dat mijn strikje kreukt.’
De paashaas pakt al zijn eieren bij elkaar
en gaat naar huis.
En de kippen? Die doen hun best om ook zo’n ei te leggen!

Ga je ook eieren zoeken met Pasen?
En vind je geen ei met mooie kleuren, maar vind je een wit ei?
Wees maar niet boos!
Je hebt het witte ei van de paashaas gevonden.
Als je goed kijkt, zie je ook iets heel moois.