Lees de tekst nog niet.
Kijk naar de plaatjes.
Wat zie je al?
Bij welk feest past deze tekst?
 
De kippen zitten in het hok.
Ze kakelen vaak, maar nu zijn ze stil.
Straks is de show.
De show van de paashaas.
De paashaas hupt buiten heen en weer.
Dit jaar laat de paashaas tien mooie eieren zien.
Eieren voor de paashaasshow.
Negen eieren liggen in een mand.
De eieren liggen op stro.
Kip Tom gaat met het eerste ei het hok in.
Het ei is paars, groen en geel met mooie bloemen.
Na kip Tom mag kip Kim het hok in.
Het ei van kip Kim is goud met zilver.
De kippen zien negen eieren.
De paashaas pakt het laatste ei zelf.
Over het ei ligt een lap.
De lap is rood.
De paashaas trekt de lap van het ei.
Alle kippen zijn stil.
Maar wat is dat?
Het ei is wit!
Kip Witje zegt: ‘Paashaas, dit ei is wit.’
‘Ja’, zegt kip Klaartje. ‘Dat is mijn ei.’
‘Ik weet het nog goed!’
‘Ik kan nóg niet zitten.’
‘Kippen, kippen’, zegt de paashaas.
‘Dit ei is zó mooi!’
‘Kijk er maar eens goed naar.’
De paashaas zegt: ‘Ik zie een wei met heel
veel bloemen.’ ‘Kijk zelf maar naar het ei,
dan zul je het zien.’
Alle kippen kijken naar het ei.
Kip Hennie ziet een dikke, vette worm.
Kip Katrien ziet voer en krijgt trek.
Kip Witje ziet Pom de haan.
‘Zo is het genoeg’, zegt de paashaas.
De paashaas legt de lap weer over het ei.
Alle kippen kakelen en lachen.
De kippen tillen de paashaas op.
‘Zet me maar weer neer’, roept de paashaas.
‘Ik ben bang dat mijn strikje kreukt.’
De paashaas pakt zijn eieren.
Dan gaat hij naar huis.
En de kippen?
Die doen hun best om ook zo’n ei te leggen!
Ga je ook eieren zoeken met Pasen?
En vind je geen ei met mooie kleuren,
maar vind je een wit ei?
Wees maar niet boos!
Je hebt het witte ei van de paashaas.
Als je goed kijkt, zie je ook iets heel moois.