Zo stijf als een plank.
Als je zo stijf als een plank bent, dan zie je er niet echt uit als een plank. Het betekent dat je erg stijf bent. Een plank is hard en kan niet buigen. Als je erg stijf bent en niet lenig, dan ben je ook wel "zo stijf als een plank."
Zo vlug als water.
Erg snel zijn.
Zo helder als koffiedik.
Niet helder, troebel.
Er is geen pot zo scheef of er past wel een deksel op.
Bij iedereen past wel iemand of iets.
Slapen als een roos.
Heerlijk slapen, vast slapen.
Zo zacht als dons.
Heel erg zacht.
Zo licht als een veertje.
Erg licht zijn, weinig wegen.
Zo nijdig als een spin.
Erg kwaad zijn.
Zo moe als een hond.
Heel erg moe zijn.
Drinken als een tempelier.
Veel drinken, overmatig drinken.
Zo gezond als een vis.
Je heel gezond en goed voelen.
Zo zeker als twee keer twee vier is.
Iets dat heel zeker is, het ligt vast.
Zo blij als een kind.
Heel erg blij zijn.
Zo zwart als roet.
Iets dat erg zwart is, rook zo zwart als roet.
Zo ziek als een hond zijn.
Erg ziek zijn.
Zo plat als een dubbeltje.
Erg plat zijn.
Zoals de wind waait, waait zijn jasje.
Met de heersende mening mee gaan, geen eigen mening hebben.
Zo sluw als een vos.
Erg slim en gemeen zijn.
Zo sterk als een beer.
Heel erg sterk zijn.
Zo gezond als een vis.
Zich gezond en goed voelen.
Zo glad als een aal.
Iemand die zich overal uit weet te praten.
Zo dicht als een pot.
Heel dicht, waterdicht. Iemand die goed geheimen kan bewaren.
Zo moeder, zo dochter.
Kinderen erven de eigenschappen van hun ouders.
Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten.
Je kijkt naar anderen mensen, zoals je zelf bent. (Ben je zelf niet te vertrouwen, dan vertrouw je anderen ook niet).
Zo hard als een spijker.
Erg hard zijn.
Zo oud als de weg naar Rome.
Heel erg oud zijn.